Als prille veertiger kreeg Heidi lymfeklierkanker. Met succes onderging ze chemo- en immunotherapie. Tot ze zes jaar later herviel. Nu haar tweede kankerbehandeling alweer enkele jaren achter de rug is, blikt ze terug. “Je kunt niet vechten tegen kanker, alles draait om aanvaarden en doseren”, vertelt ze. Toch bleef Heidi bewegen en dingen inplannen die haar energie geven. Zo scherpte kanker boven alles Heidi’s goesting om ten volle te leven aan.
Hoe begon jouw kankertraject, Heidi?
“De eerste keer - in 2010 - voelde ik een gezwel onder mijn oksels. Eerst dachten we dat het een virale infectie was, maar de zwelling ging niet voorbij. Kort na nieuwjaar volgde dan de diagnose ‘lymfoom’. Ik weet nog dat ik aanvankelijk niet door had dat het om kanker ging. Ik was 41 jaar en kanker leek ver van mijn bed. Ik zocht ‘lymfoom’ op op het internet. Toen ik besefte dat het kanker was, viel de wereld op mijn hoofd. Maar ik herpakte me snel. Zodra ik wist dat een behandeling mogelijk was, wilde ik ervoor gaan.”
De behandeling met chemo- en immunotherapie sloeg aan, maar zes jaar later kwam de kanker een tweede keer langs. Hoe kwam dat nieuws bij je aan?
“Ik ging nog om de zes maanden op controle. Net voor de zomer van 2016 voelde ik een zwelling in mijn lies. Aanvankelijk dacht de arts aan een infectie, maar de zwelling ging niet weg. Ik moest onder de scanner. Er gaat heel wat door je hoofd op zo’n moment. Ik voelde me moe, maar was dat geen ‘gewone’ vermoeidheid? Ik werd de hele zomer heen en weer geslingerd tussen mijn verstand en mijn gevoel. Toen ik voor de tweede keer de diagnose kreeg, zakte de grond weg onder mijn voeten. Maar ik had geen keuze. Je kan jezelf beklagen - en natuurlijk heb ik dagen gehad waarop ik me wentelde in zelfbeklag - maar van nature ben ik een optimistisch persoon. Dat heeft me zeker geholpen. Dat én het vooruitzicht dat er opnieuw een behandeling mogelijk was.”
Hoe liep die behandeling? Was het anders omdat je wist wat er op je afkwam, of net niet?
“Het grote verschil was dat het agressiever was. De eerste keer had ik weinig last of bijwerkingen door de chemo. De tweede keer kreeg ik om de drie weken chemo en voelde de behandeling zwaarder. Ik wist dat ik enkel in de derde week afspraken met vriendinnen en leuke uitstapjes kon plannen. Het had geen zin om me te verzetten tegen de vermoeidheid: ik moest ondergaan. Je kunt niet écht vechten tegen kanker, alles draait om aanvaarden en doseren. Wanneer je weet dat je in goeie handen bent bij de dokters en verpleegkundigen, helpt dat uiteraard.
Toch vond ik het belangrijk om zélf iets te doen en niet aan de gelatenheid toe te geven. Ik ging naar een oncokinesiste die me motiveerde om te blijven bewegen. Toen ik mijn haar verloor, was dat slikken. Het doet veel met je uiterlijk en met hoe je je voelt. Je krijgt die ‘kankerlook’. Maar ik voelde me altijd enorm gesteund door mijn netwerk van vrienden, collega’s… En de warme steun van mijn partner en gezin, zonder drama, was precies wat ik nodig had.”
Hoe uitte die steun van je netwerk zich? En wat hielp jou echt?
“Ik kreeg veel berichtjes en kaartjes. Ik had thuis een wall of fame: een wand vol kaartjes tijdens de behandeling. Het voelde bijna als een ritueel toen ik die na de behandeling kon opruimen. Ik ben zelf altijd heel open geweest over de kanker en de behandeling. Toen ik de eerste keer ziek was, hield ik een dagboek bij. De tweede keer maakte ik een blog. Het was een makkelijke manier om aan mijn omgeving te laten weten hoe het met me ging. Je wereld wordt heel klein door kanker. Door mijn blog werd mijn wereld groter en door er zelf zo open over te communiceren was het voor anderen makkelijker om te reageren.”
Bij herval hoor je soms dat mensen het vertrouwen in hun lichaam verliezen. Voelde het voor jou als verraad van je lichaam?
“Nee, omdat ik ergens wist en weet dat het altijd kan terugkomen. Je lymfesysteem zit verspreid in je hele lichaam. De kanker zat niet op één plek of in één specifieke klier. Soms voelt het wel onrechtvaardig dat ik kanker kreeg en herviel, terwijl ik best gezond leefde. Maar het heeft weinig zin om me daarover op te winden.”
Is het als een zwaard van Damocles boven je hoofd?
“Het is er altijd, maar ik probeer er niet aan te denken. Volgende week moet ik onder de scanner voor mijn halfjaarlijkse controle, maar ik maak me geen zorgen op voorhand. Ik ga ervanuit dat het oké zal zijn. Toen ik zelf een goed vriendin verloor aan kanker, ergens tussen 2010 en 2016, overviel me op een bepaald moment de paniek dat ik zelf opnieuw ziek was. Ik voelde van alles en durfde niet te bellen naar de arts. Uiteindelijk was er toen niks aan de hand. Nu heb ik die angst losgelaten. Niemand weet hoe z’n leven er in de toekomst uitziet. Ergens stelt het me gerust dat, wanneer de kanker nog eens zou terugkomen, ik nog altijd een behandeloptie heb, namelijk stamceltransplantatie. Maar uiteraard hoop ik dat ik die ingrijpende behandeling nooit hoef te ondergaan.”
Vormen de twee kankertrajecten ijkpunten in je leven?
“Ja, de onschuld is weg. Het gevoel van ‘er kan me niets gebeuren’ ben ik kwijt. Kanker verplicht je om stil te staan, trager te leven. Er zijn dus ook positieve kanten, al wil ik het zeker niet verheerlijken. (lacht) Of het de keuzes in mijn verdere leven beïnvloed heeft? Ja, toen ik na de eerste keer opnieuw aan het werk ging, merkte ik al snel dat ik mezelf moest heruitvinden in mijn job. Ik deed toen marketing en communicatie bij de hogeschool en voelde me in die job niet langer op mijn plaats. Ik veranderde, werd opleidingscoördinator in het volwassenenonderwijs en ging naar een deeltijdse job van 80%. Na de tweede kankerbehandeling werd dat 60%.”
Omdat een voltijdse job te zwaar werd of omdat je meer tijd wilde voor andere dingen?
“Beide. Ik realiseerde me dat de belangrijkste dingen in mijn leven draaien om mijn gezin, vrienden en om genieten van de kleine dingen, zoals een wandeling, een koffie drinken met iemand... Bovendien was het fysiek én mentaal zwaar om opnieuw te gaan werken na mijn tweede kankerbehandeling. Eigenlijk kreeg ik toen pas mijn weerslag: de verwerking begon toen de behandeling al voorbij was. Ik ging toen de eerste keer naar een oncopsycholoog, omdat ik het emotioneel moeilijk had. Alles leek achter de rug voor mijn omgeving, maar zo voelde het voor mij absoluut niet. Door de gesprekken met die psycholoog schroefde ik mijn job terug naar 60%. Geleidelijk aan ben ik eruit geraakt. Het heeft tijd gevraagd.”
Je bent van nature een optimist en een levensgenieter. Werd dat nog aangescherpt door de twee kankerepisodes?
“Ja, mijn levensmotto is ‘voir la vie en rose’. Ik probeerde altijd de positieve dingen te zien, ook als ik ziek was. Ik ben heel dankbaar voor mijn netwerk, gezin… Ik geniet van lekker eten, drinken, samen zijn met vrienden. Tijdens mijn kanker-behandeling bleef ik etentjes met mijn vriendinnen inplannen – we noemen onszelf ‘De Wilde Wijven’. In de derde week na de chemo gingen we altijd eten en het einde van mijn chemo hebben we samen gevierd met een chic diner met de mannen erbij.
Mijn man en ik hebben ook een mobilhome gekocht, omdat we er graag op uit trekken. Vorig weekend waren we bijvoorbeeld in Flobecq en genoten we er van de prachtige natuur. We houden allebei van Belgisch bier en volgden samen een opleiding tot biersommelier omdat we veel plezier halen uit nieuwe biertjes ontdekken. Mijn dochter woont momenteel in Portugal en ik trok op m’n eentje twee weken naar Lissabon om er een taalstage te volgen om Portugees te leren. En ik besloot mijn droomreis naar La Réunion en Mauritius met Jo en de kinderen gewoon te boeken. Het besef dat je niet moet wachten met genieten en leven tot je op pensioen gaat, heb ik te danken aan mijn kankertraject. Je moet nú leven.”
Benieuwd naar nóg meer getuigenissen zoals dit interview met Heidi? Je leest ze allemaal in onze rubriek 'Persoonlijke verhalen' op onze blog.
[Interview & foto’s voorjaar 2021]